Een (buiten) gewoon mineraal
Het mineraal silicium is na zuurstof het meest voorkomende element in de natuur! De aardkorst bestaat voor minstens 28 procent uit silicium. Het komt in verschillende vormen voor, meestal in de vorm van zand, gesteenten en klei. Nog niet alles is bekend over (de werking van) silicium, maar er worden wel steeds meer feiten ontdekt. Mensen, dieren en planten zijn van nature toegerust met een voorraadje silicium. Tegenwoordig weten we dat dit essentieel is voor een goede gezondheid.
Silicium is een essentieel mineraal, maar het kent diverse vormen.
Het komt in de natuur veelal 'gebonden' voor: hetzij gekoppeld aan bijvoorbeeld koolstof of bacteriën, hetzij in silicium-clusters oftewel 'ketens'. In beide gevallen is het silicium onmogelijk zodanig op te lossen dat het goed opgenomen wordt.
De vrij zeldzame vorm 'siliciumzuur' (Si(OH)4), of ook wel 'orthosiliciumzuur' (H4SiO4) is de meest optimaal opneembare vorm.
Dit komt voor in oppervlaktewateren waar een gunstige bodemsamenstelling gevonden wordt, zoals in de buurt van (relatief) recent actieve vulkanen. De geringe beschikbaarheid van deze vorm is echter een probleem.
Het geeft diverse onderdelen van levende organismen kracht, zoals de botten, de vaatwanden en het bindweefsel. Het heeft een positief effect op het collageen, dat bijvoorbeeld het kraakbeen en de huid flexibiliteit geeft. Ook de organen zijn opgebouwd met onder andere silicium. Silicium is verder tevens essentieel voor een goed werkend immuunsysteem.